


Een urgent en compromisloos debuut over femicide en de morele grenzen van verzet voor lezers van Tokarczuk, Winterson en Atwood.
Na een onheilspellend telefoontje keert Ise terug naar haar ouderlijk huis, waar haar moeder jaren geleden onder onduidelijke omstandigheden stierf. Wat begint als een poging tot verzoening met haar verleden, ontvouwt zich tot een duister sprookje waarin haar tweelingzus een sinistere rol lijkt te spelen. Realiteit en herinnering versmelten en de vraag rijst: was Ises leven ooit écht van haar?
Terwijl de buitenwereld kreunt onder een golf van dodelijke aanslagen, leggen ongeopende brieven, een paradijselijke plantentuin en bijeenkomsten van een opstandig feministisch collectief een explosieve waarheid bloot. Ise moet beslissen of verzet bevrijdt of juist verwoest.
Intiem en claustrofobisch, maar met een verbluffende reikwijdte, ontrafelt Dodeman de fragiele gelaagdheid van identiteit, trauma en de spiegel die een ander ophoudt.

Annelies Verbeke
"De verhalen van Uschi Cop zuigen je een andere werkelijkheid in. Mysterieus, lichamelijk, ontroerend en herkenbaar. Ik kijk uit naar haar roman!"

Lize Spit
“Uschi Cop is onverschrokken en heeft een scherpe pen. Dat dit boek zal inslaan, staat vast."

Saskia De Coster
“Vrouwen als Uschi Cop, die via hun schrijversschap een standpunt innemen en hun stem laten horen, zijn de toekomst.”

Bloed. Dat is wat ik me herinner. Helderrood bloed op een witte onderbroek met blauwe bloemetjes. De riek en de hark rechtopstaand tegen de afgebladderde muur, de tuinslang opgerold in een emmer, de muffe geur van oude stront en van pis die in het hout getrokken was. En ik, elf jaar oud, midden in dat stilleven: eenzaam en versteend op de houten bril van het buitentoilet, starend naar de vlek, met de gedachte dat ik mama had vermoord.